Terwijl het water zakte, waren er veel visjes die niet meer naar de IJssel konden zwemmen en zij waren dankbaar voedsel voor diverse vogels.
Op de dijk, met z’n lange gras en bloemen, vonden konijnen en mussen hun plek. Elke keer als Sjaantje en ik er liepen, genoten we van de dieren en ook van de hommels, bijen en vlinders die zich tegoed deden aan de bloeiende planten.
En ineens, in één middag van afwezigheid, is de hele dijk kaal gemaaid!!
Alle beschutting, alle voedsel is in één keer verdwenen!
Waarom is er omwille van de dieren niet gefaseerd gemaaid? Waarom moet alles, na die tegenslag van het hoge water, ineens weg? Welk kortzichting brein zit daarachter? Wie voert zonder nadenken zomaar opdrachten uit die funest zijn voor de natuur?
Ik ben werkelijk verbijsterd door ons mensensoort… zoveel geweld tegen de natuur door stompzinnigheid. Dit is aan dieren en de planten niet meer uit te leggen.