dinsdag 27 december 2011

Filmpje: In gesprek met koeien




















Als je op deze link klikt, kom je op Petra's blog waar het filmpje met de koeien te zien is.

Samen met deze twee uitspraken van dieren op de boekpresentatie is dit mijn nieuwjaarswens voor iedereen.

zaterdag 24 december 2011

Boekpresentatie



21 december in Zenne, Rotterdam.

vrijdag 16 december 2011

Interview Radio Rijnmond - Petra

21 december is de boekpresentatie in restaurant Zenne in Rotterdam.

"Rotterdammers vinden dit onderwerp gek", aldus de radioman die Petra interviewde.

Des te leuker dat ze 11 minuten besteedden aan het onderwerp:

http://youtu.be/fr9dWZkpcYk

dinsdag 13 december 2011

Boekpresentatie in Rotterdam


Woensdag 21 december om 19.00 uur is er een boekpresentatie in Rotterdam. Feest!!
Wie het leuk vindt om te komen is van harte welkom in restaurant Zenne: www.zenne.nl.
Wel graag van te voren opgeven of je komt ivm de culinaire verrassingen... Opgeven kan bij Happy View: happy.view@xs4all.nl

zondag 13 november 2011

Boek: In de Stilte hoor je alles


Het boek "In de Stilte hoor je alles" is te bestellen!
Dikke kaft, gebonden, meer dan 80 foto's, mooie opbouw in hoofdstukken.
We zijn er hartstikke blij mee! Een boek schrijven is een heel proces.
Naar mijn idee was het maanden geleden al klaar, maar steeds weer moest het door een nieuwe ronde waardoor het steeds mooier werd.

Voor wie het wil bestellen: graag even een mail sturen naar happy.view@xs4all.nl (Petra Maartense) met je naam en adres.
Dan €25,- + €3,- p&p overmaken op 8029936 tnv happy View in Utrecht en vanaf de 20ste wordt het dan naar je opgestuurd.
Zegt het voort!

woensdag 7 september 2011

De baviaan

Voor de baviaan telt de groep. De groep is het middelpunt van het bestaan.
‘Wij houden de groep bij elkaar. Een baviaan alleen sterft.’ Ik hoor drie keer achter elkaar: de groep, de groep, de groep.
Nou, dat is duidelijk. Ik zeg dat mensen meer individuen zijn.
‘Mensen kunnen samen iets doen,’ zegt deze baviaan en hij laat blijken dat hij mensen geobserveerd heeft, ‘Maar mensen hebben niet onze groepsgeest. Wij zijn een geheel. Mensen zijn losse stukjes. Er zijn al snel botsende belangen tussen mensen. Wij zijn een eenheid. Daarin hebben we geen keus. Er is ook geen overleg. Ieder kent z’n plaats en weet z’n kracht.’
Hij geeft door dat de onderlinge contacten niet fijngevoelig gaan. Ben je minder sterk? Dan weet je je plaats.
‘Je verwerft je een plek in de groep en in de loop der tijd kun je op een hogere plek komen.’
De baviaan overdenkt alles nog eens en komt tot de conclusie: ‘Je wordt als groep mensen nooit zo sterk als een groep bavianen door al die ‘luchtgaten’ die jullie tussen elkaar hebben.’
‘Misschien willen we dat wel niet,’ antwoord ik, stiekem blij zijnd met onze individualiteit.
‘Dan word je nooit een baviaan.’

Het wrattenzwijn

Het wrattenzwijn vraagt waar ik mee bezig ben, dat ik op deze manier contact zoek. Ik heb dat wel meer dieren moeten uitleggen, maar dit dier blijft me maar observeren.
‘Je ziet het als een spel,’ is zijn conclusie.
‘Nou, spel… wat versta je onder spel? Ja, ik vind het erg leuk om op deze manier contact te hebben met dieren over de hele wereld. Is dat spel? Ik ben er wel serieus in, maar heb er ook veel plezier in.’
‘Je huppelt er doorheen,’ bromt het wrattenzwijn. Hij denkt na en ik denk ook na of dat erg is of niet.
‘Ik ben een boek aan het schrijven zodat meer mensen weten dat dit soort contact kan. Misschien gaan zij het ook wel doen.’
‘Ik leef in het hier en nu.’ Met de nadruk op hier.
‘Ik wil het delen om zo meer begrip voor elkaar te krijgen,’ leg ik hem uit. ‘Wij mensen kunnen onze krachten namelijk ook destructief inzetten, maar als er meer begrip is voor dieren wordt dat vast minder.’ Ik weet dat diverse mensen door deze blogverhalen anders naar dieren zijn gaan kijken.
‘Mensen zitten overal. Wrattenzwijnen niet,’ zegt het wrattenzwijn.
‘Bij ons zitten wrattenzwijnen in dierentuinen.’ Het dier schrikt van het beeld dat ik geef van dierentuinen. Ik wil verder babbelen, maar hij is bezig versterking te sturen naar de dierentuinbroeders en -zusters. Hij vindt het maar niks!
Ik probeer meer informatie uit het dier te krijgen, wil graag weten hoe hij leeft, wat hij doormaakt op een dag. Maar hij is niet informatief. Hij lijkt hard te kunnen rennen en ook plezier te hebben in een drafje. Hij kan ook voedsel in de grond zoeken waardoor er grond omgewoeld wordt. Ik begrijp van hem dat er niet veel grote gravers zijn en dat de grond losmaken weer goed is voor andere levensvormen. Ook lijkt het bij hem meer om de geur dan om het zicht te gaan.
Maar nogmaals: erg informatief over zichzelf is dit dier niet.

dinsdag 6 september 2011

Het aapie

Deze aap ziet meteen aan mij dat ik geen staart heb. Wat is dat toch met die staarten tegenwoordig? De cheeta had het er ook al over.
Hij blijft me observeren terwijl ik hoor dat een staart belangrijk is voor evenwicht. ‘Hoe kun je dan door bomen slingeren?’ vraagt hij zich af.
‘Dat kan ik niet.’
‘Wat beperkt!’
Er lijkt ineens een kwartje te vallen bij de aap. Hij laat zien dat mensen altijd met auto’s komen, dat ze op de grond blijven, dat ze traag zijn in hun lopen en stijf. Hij vindt het allemaal maar een beetje zielig.
‘En altijd zorgen. Dat houdt ze neer.’ De aap kijkt met verbazing naar mensen met al hun hulpmiddelen (auto’s, kleren, spullen).
‘Ik ben van alles voorzien,’ zegt hij. ‘En als het regent?’ vraag ik slim. Ik zie hem al voor me met een hoosbui over zich heen, zonder paraplu of regenjas. ‘Dat gaat over.’
Omdat ik het met de krokodil over angst had, vraag ik of deze aap wel eens bang is.
‘Bang? Nee, maar ik moet wel opletten.’ Hij schijnt veel kabaal te maken als er wat aan de hand is, wat een afschrikaffect heeft.
‘Opletten hoort erbij. De onverstoorbaarheid van de krokodil ken ik niet. Dan word ik gegrepen.’ Ik zie een grote hand die hem bij de schouders pakt, dus ik vermoed dat hij ook voor soortgenoten moet oppassen. Zal wel een hiërarchiekwestie zijn.
‘Wat kunnen we van jou leren?’ vraag ik hem.
‘Het zorgelijke is zo kleinzielig.’

De krokodil

De krokodil bekijkt mij goed en merkt op: ‘Beetje spanning?’
Ik moet toegeven van wel, ja. Ik heb al lange tijd met een krokodil willen praten en toen ik een stel recente foto’s toegestuurd kreeg van iemand die door Afrika had gereisd, was ik blij verrast dat er een krokodil tussen zat.
Maar ik zie in dat spanning niks toevoegt, dus ik ontspan en laat me verder bekijken door het dier. Ik merk een grote oplettendheid bij hem en onwillekeurig geef ik hem het beeld terug dat ik ken van krokodillen: passief liggend.
‘Vergis je niet. Mijn lijf lijkt niet in actie, maar mijn geest verspreidt zich over een groot gebied. Ik zie veel, maar reageer op weinig.’ Ik weet dat hij met ‘zien’ niet het kijken door de ogen bedoelt, maar vooral een waarnemen met zijn zesde zintuig, zoals wij dat zouden noemen. Hij heeft donders goed door wat er in zijn domein gebeurt. Dat domein schijnt een groot gebied te zijn waar hij helemaal in thuis is.
De zon vindt hij heerlijk. Hij laat ook zien dat hij in de nacht langzaam door water kan glijden. De vraag komt in me op of hij wel eens bang is.
‘Bang?! Ik gebruik al mijn zintuigen. Als je in je kracht staat, ken je geen angst.’
Maar hij weet wel wat ik bedoel met angst. Dat komt omdat het evolutionair een heel oud dier is. De angstervaringen liggen kennelijk ergens nog genetisch in hem opgeslagen, maar hij leeft er niet mee.
Ik laat hem even het beeld zien van krokodillenfarms in Australië, waar krokodillen hutjemutje op elkaar gepropt liggen te groeien om tot voedsel te gaan dienen voor mensen. De krokodil is niet bijster onder de indruk en geeft mij meteen het beeld terug dat mensen dat ook kunnen doen door andere mensen op te sluiten in gevangenissen. Hij zegt erbij: ‘Ik heb er niet voor gekozen om op zo’n farm terecht te komen.’ Daarmee is het hoofdstuk voor hem niet meer bespreekbaar.
‘Wat kunnen wij van jou leren?’ vraag ik de krokodil.
‘Onverstoorbaarheid.’
Hij laat nogmaals zijn basishouding zien, vervolgens dat zijn acties doeltreffend zijn: gespitst en gefocust op voeding, dan met alle kracht een prooi vangen. Daarna volgt weer onverstoorbaarheid.
‘Wees wat meer kroko: reageer niet op alles.’

maandag 29 augustus 2011

De cheetah zonder staart

Als ik deze foto krijg doorgestuurd, hoor ik dat het hier gaat om een cheetah zonder staart. Dat is de reden waarom hij in de opvang zit.
Meteen krijg ik door dat de staart voor balans bij het jagen zorgt.
‘Ik ben net zo’n zwalker als jij,’ grapt de cheetah, waarbij hij refereert aan een uitspraak van een andere cheetah, ‘Ik mis de juiste aandrijving.’
Ik ben een beetje overdonderd door deze adremheid, maar begrijp hem goed.
‘Ik zou verhongeren in de natuur,’ zegt de cheetah. Ik vertel dat ik net met de witte leeuw heb gesproken. ‘De leeuw mist alleen kleur, bij mij mist iets wezenlijks,’ legt de cheetah het verschil in reageren uit.
Alhoewel het zonder staart niet okee is, is er met zijn koppie helemaal niks mis. Dit dier wil graag intelligentie spelletjes doen. Hij zegt een intellectuele uitdaging te zoeken.
Ik vermoed dat het hier om een jong dier gaat of het is een dier dat nog erg jong van geest is en nog volop zin heeft in het leven!

De Afrikaanse witte leeuw

De informatie die ik bij deze foto krijg, is dat dit een witte leeuw is die niet in de natuur zou kunnen overleven. Daarom wordt hij opgevangen door mensen.
Als ik contact maak, merk ik ongeïnteresseerdheid bij hem. Hij is een attractie, zegt hij en hij wordt ongegeneerd bekeken. Hij vindt dat niet bij hem passen. Zo close met mensen is niet zijn bedoeling.
Bij deze leeuw is heel duidelijk te voelen dat zijn natuur anders bedoeld is. Nu moet hij een heleboel stappen terug doen. Het is alsof hij in een doosje gestopt is. Hij vindt dat hij geen kans heeft gehad in de natuur en verveelt zich.
‘Maar mensen willen je helpen,’ verdedig ik ‘mijn soort’.
Hij vindt het geen leven en vindt het teveel beheersdrift van mensen. Ik krijg het er benauwd van. Hij voelt hetzelfde als leeuwen in een dierentuin: ze kunnen hun capaciteiten absoluut niet kwijt.
‘Kan ik wat voor je doen?’ vraag ik hem.
‘Zeg de mensen dat ze zich niet zo moeten bemoeien.’ Het is duidelijk dat deze leeuw liever zijn eigen ontwikkelingslijn had gevolgd.

donderdag 4 augustus 2011

Morgan, de orka: wat vindt ze zelf?

In de vroege zomer van 2010 wordt een jonge orka aangetroffen in de Noordzee en in het Dolfinarium opgevangen. In juli maak ik voor het eerst contact met deze orka, die Morgan wordt genoemd. Het is duidelijk dat ik met een wijs dier te maken heb, een oude ziel.
Ik vraag haar wat er is gebeurd en waarom ze hier is. ‘Ik heb me losgemaakt van de groep. Ik heb een taak te doen.’ Ze voegt eraan toe dat haar moeder ervan wist en haar weliswaar met pijn had laten gaan, maar dat het goed is zo. Natuurlijk wil ik graag weten wat de taak is die zij op zich heeft genomen.
‘Er zijn nu heel veel mensen, die zich om mij bekommeren. Die zullen moeten samenwerken om mij in leven te houden. Ze hebben elkaar nodig om dit voor elkaar te krijgen. Ik heb me vrijgemaakt om de mensen deze kans te geven.’ Dit antwoord ontroert me en ik vraag: ‘Waarom zou je dit doen?’ ‘Om de mensheid te helpen de wereld een stukje hoger te tillen. Als ze dit samen voor elkaar krijgen, geeft dat een enorme samenwerkingsboost. Als de samenwerking hapert en ik sterf, dan is het een gemiste kans geweest.’ Ze laat weten dat deze informatie voor iedereen bedoeld is. Het is geen geheim. ‘Ik zal mijn weg in de oceaan weer vinden. Ik ben innerlijk sterk en voeg me weer bij de groep zodra dat kan. Maar het is aan de mensen of ik daar kom.’
Soms tref ik zo’n groot, wijs dier dat ik de neiging krijg een buiging te maken. Bij dit dier ook. Er hangt een wijze stilte om haar heen. Het is aan de mensen. Als ik afscheid van haar wil nemen, zegt ze heel eenvoudig: ‘Dat hoeft niet. De lijn blijft.’

Een half jaar later neem ik weer contact op met haar. Nu tref ik haar dusdanig klein, in de mineur, dat ik de vraag stel: ‘Wat is er met je?’
‘Ze laten me niet gaan.’ Ik weet dat men drie weken geleden heeft besloten haar niet terug te brengen naar de oceaan. ‘Was het wel je bedoeling om weer te gaan?’ Dat beaamt ze. ‘Wat ik ervan begrijp, zijn ze bang dat je geen aansluiting vindt, dat je je familie niet vindt,’ zeg ik. ‘Dat lukt me wel.’ Ze laat zien dat orka’s met elkaar communiceren en dat ze elkaar wel vinden, desnoods via andere groepen. Ook al wordt het een flinke tocht: zij redt het wel.
‘Het is niet de bedoeling dat ik hier blijf,’ zegt ze. ‘Het is de angst van mensen dat ze me vasthouden.’ Morgan vindt dat ze een kans moet hebben: ‘Ik moet hier uit. Dit wordt te benauwend. Het experiment is afgelopen. Ik ben in leven gebleven. Nu wil ik vrij. Dit verlamt me.’
Haar situatie voelt helemaal niet prettig aan, waardoor het een veel minder bemoedigend gesprek is dan een half jaar geleden. Ik besluit een andere dierentolk, Karina de Jong-Kamstra, te vragen om ook contact met Morgan te maken. Als zij tot dezelfde conclusie komt, kunnen we misschien wat voor haar doen. ‘Het is nog te vroeg,’ haakt Morgan in op mijn gedachten. ‘Jullie krijgen me hier niet weg.’ Ze bedoelt dat de mensen met beslissingsbevoegdheid niet zullen luisteren naar deze vorm van communicatie.
Ze vervolgt: ‘Ze moeten het aandurven om me vrijheid te geven. Er zit teveel ego op. Als ik sterf, krijgen zij de schuld en dat willen ze niet. Voor de zekerheid houden ze me daarom gevangen. Maar dat is niet de bedoeling. Durf het vrij te laten. Loslaten geeft kans op groei!’
Karina wil wel contact leggen met Morgan. Ik heb haar bewust niks inhoudelijks over mijn tweede contact doorgegeven. Als ze het de eerste keer probeert, lijkt Morgan down en wil geen contact. Karina vermoedt dat er net onderzoeken zijn gedaan. Een paar dagen later roept Morgan haar dat ze er nu wel aan toe is. Karina krijgt door dat het te gevaarlijk zal zijn als ze uitgezet zou worden. Morgan lijkt zich veilig te voelen, maar is ‘het geleuter en alle onderzoeken’ zat. Teveel emotioneel getouwtrek. ‘Laat me maar met rust zodat ik kan wennen hier!’ Ze voelt wel heel goed dat de mensen liefdevol en zorgzaam zijn en dat ze veel aandacht krijgt.
Op Karina’s vraag wat Morgan wil, is het antwoord dat ze wil dat iedereen stopt met oordelen. Ze wil nog kwijt dat ze verbaasd is over het feit dat mensen zich druk maken om haar terwijl ze zelf zwemmen in open water. De aandacht van de verzorgers lijkt ze leuk te vinden en aan onderzoeken heeft ze een hekel.
Karina geeft Morgan als afsluiting een healing en stuurt haar veel licht.

Ik knoop nog een gesprekje met Morgan aan om te vragen naar de verschillen. Het eerste wat bij mij doorkomt, is dat ze wat in de war is. Dat is een sterk gevoel. Ik vertel dat Karina begrepen heeft dat ze wil wennen en ik dat ze terug wil. ‘Als ze me niet laten gaan, moet ik hier wennen.’
Ik laat haar in beeld zien dat het eerste gesprek met haar zo anders was dan het tweede en nu ook het derde. Als reactie laat Morgan me voelen dat ze enorm, echt enorm, is ‘ingekrompen’! Ik krijg te horen dat het niet zonder risico zal zijn als ze teruggezet wordt, maar dat het haar wel zou lukken.
Naar mijn idee is ze ‘willoos’, in de vorm van een soort berusting: ‘Ik heb me dit aan laten doen en het pakt uit zoals het uitpakt.’
Ze laat voelen dat ze heel veel kracht heeft ingetrokken. Dat maakt haar nu heel klein en kan teveel worden. Ze laat het zien als een vierkant waarin de opgehoopte energie zoveel is dat het op een gegeven moment kan exploderen.
Ik vraag of ze wat aan de healing heeft gehad die Karina haar heeft gegeven. ‘Natuurlijk! Het is goed als anderen zo aan je denken.’ Niet belastend, maar ruimtegevend.
‘Het is zoals het is en het gaat zoals het gaat. Het is niet aan mij een verandering in gang te zetten.’ Ze laat zien dat er een heel team omheen zit en dat die ‘denken met het hoofd’. ‘Niet met het hart. Ze zijn erg op de rede, niet op de achterliggende gedachte. Ze zijn niet vrij in hun denken. De angst beheerst hun denken. Ze durven geen risico’s te nemen. Ze voelen zich superverantwoordelijk voor mij.’
Ik krijg de indruk dat het veel voor haar is: de te kleine ruimte, te ingeperkt, teveel mensen met hun zorgen. Ik vraag of ze nog meer licht nodig heeft en hoor: ‘Stuur het licht naar de mensen. Ik red me wel.’ Daarop krijg ik het beeld van enorm veel verantwoordelijke mensen om haar heen die via hun hart geraakt worden door licht. Net alsof het zo is dat Morgan vrij zal zijn als zij vanuit hun hart zullen gaan reageren.
Karina en ik concluderen dat ik contact heb met het hogere zelf van Morgan, dat deel in haar dat weet wat het hogere doel is. En zij heeft de aardse Morgan getroffen, degene die meer reageert vanuit instinct.

Begin mei 2011 bereikt mij een mail dat er actie gevoerd gaat worden voor Morgan om haar vrij te krijgen, omdat er een groep orka’s rondzwemt die misschien haar familie is of een groep waarbij zij zich zou kunnen aansluiten. Reden om Morgan te vragen wat zij ervan vindt.
‘Het komt er nu op aan!’ hoor ik meteen van haar. Ik tref weer de ruime Morgan, die laat zien dat het op samenwerking aankomt.
Ik vertel haar dat er een actie op touw gezet wordt. ‘Acties zijn bommetjes,’ zegt ze. ‘Verspreid mildheid. Actie is verharding. Het gaat om de dialoog met elkaar. Dialoog gaat in zachtheid. Vanuit het hart spreken geeft ruimte (aan elkaar).’
Ik zit te tobben of ik deze informatie moet doorgeven aan de mensen rondom haar en wordt door Morgan in de rede gevallen: ‘Natuurlijk moet je er wat mee! Jij bent onderdeel van het plan. Ik heb niet voor niks met je gepraat.’
Ze vervolgt haar boodschap: ‘Mensen moeten luisteren naar hun hart. Het venijn, het welles-nietes moet eruit. Je kunt pas vanuit het hart met elkaar communiceren als er vertrouwen is en bereidheid om naar elkaar te luisteren.’
En: ‘Ik ben onderdeel, geen hoofdpersoon. Ik lijk hoofdpersoon, maar het gaat om heel iets anders. Mijn lichamelijke verschijning is een vorm om dit proces met elkaar door te maken.’
Net als in het eerste gesprek ben ik weer onder de indruk van de wijsheid van dit dier en weer heb ik de neiging een buiging voor haar te maken.

Eind juli spreek ik haar weer. Ze laat zien zich als een goudvis in een jampotje te voelen. Haar ‘avontuur’ is op haar zij liggen en mensen bekijken. Dan op haar kop en dan weer op haar andere zij. Ik krijg het advies dat ook eens te doen.
Ze leeft, maar is niet vrij. Er zit zoveel meer kracht in haar dan dat ze nu kwijt kan. Om haar los te laten in de oceaan is moed nodig, en dat ontbreekt de mensen volgens haar. Ze omschrijft haar leven als passief, oppervlakkig ademend, het lichaam niet kunnen benutten.
Ik vertel dat ze in een dierenpark in Tenerife terecht kan, bij andere orka’s. Er is door het ministerie een vergunning tot verhuizen afgegeven en ik vraag hoe ze dat zal vinden. Het kan dat ze zich dan aanpast, maar het zal me niet verbazen als ze op den duur ‘explodeert’. Ik heb het idee dat ze liever als vrij dier vroegtijdig sterft in de oceaan, in d’r eentje, dan dat ze gevangen moet blijven leven. We voelen ons allebei wat teneergeslagen en in gedachten zwemmen we in de oceaan. Ik vertel Morgan van de amazone, die zich op deze manier ook ‘vrij denkt’.

Begin augustus doet de rechtbank in Amsterdam de uitspraak dat Morgan voorlopig in het Dolfinarium moet blijven. Bij het verstrekken van de vergunning om Morgan te verhuizen heeft het ministerie volgens de rechtbank genoegen genomen met het onderzoeksrapport dat is opgesteld in opdracht van het Dolfinarium. Volgens de rechter is dat onvoldoende en zal er een nieuw, onafhankelijk advies moeten worden opgesteld.
Ik zoek weer contact met Morgan. Ze laat zien dat er allemaal pijlen van zorgen van diverse mensen op haar afkomen, maar ze ketst ze allemaal af. Het is niet van haar. De Orka Coalitie praat ook over haar in plaats van met haar, zegt ze.
Ik vraag wat zij wil en laat haar de opvang in Tenerife zien. ‘Véél te klein!’ Het belangrijkste voor haar is het vrije zwemmen, de grootsheid en de weidsheid van de oceaan. Dat is wat op de eerste plaats bij haar wezen past, daarna komen de soortgenoten.
Ik vraag haar of ze actie van mij verwacht, maar ze neemt me mee in haar rust van dit moment. Ik begrijp dat mensen Morgans boodschap via mij zullen vinden als de tijd daar rijp voor is.

maandag 18 april 2011

Artikel De mens is aan zet


Op het artikel De mens is aan zet krijg ik heel bemoedigende reacties. Verschillende mensen mailden dat ze kortgeleden op de een of andere manier geconfronteerd waren met een of meer bijen. Een opmerkzaam iemand die ik dat vertelde, merkte op: "Ik vind het heel bijzonder hoe de bijen zelf tevoorschijn komen om mensen te raken! En jouw bericht te onderstrepen!"

Naast woorden, krijg ik ook spontaan liedjes of afbeeldingen toegestuurd.
Bijgaande mandala deel ik hier graag.
Het is gemaakt door Rikje Maria Ruiter van Spiritueel Centrum De Acht-Hoek in Utrecht, speciaal vanwege de bijensterfte.

Zo al pratend en mailend met mensen kom ik zelf ook weer tot inzichten.
De bijen zeggen niet:
- dat de wereld vies is, maar: zorg voor een schone wereld.
- dat de imkers er een potje van maken, maar: er moeten goede imkers komen.
- dat er veel last van straling is, maar: zorg voor goede plaatsen voor kasten.
- dat hun hersenen vergiftigd zijn, maar: we raken gedesoriënteerd.
- dat ze honger hebben, maar: zorg voor voldoende voedsel.
- dat er imkers zijn die teveel honing wegnemen, maar: suikerwater is een slap aftreksel.



Interessante, aanverwante site waarvan ik het bestaan nog niet wist:
www.hoederschapvandeaarde.nl

vrijdag 25 februari 2011

Update

De laatste tijd is het stil op mijn blog ...
Dat komt omdat ik bezig ben met een boek schrijven. Alle focus ligt op dit moment op het schrijven, naast het gewone werk als tolk tussen mens en huisdier.
Natuurlijk liggen de gesprekken tussen dieren en mij niet stil. Ze bereiken momenteel alleen deze blog niet.
Zodra het boek verkrijgbaar is, zal ik het vermelden!

zondag 2 januari 2011

De oehoe (2)

Op mijn eerste blog over deze oehoe reageert een vrouw van een hond. Ze liep met haar teckel vrolijk door de stad te wandelen, het hondje zoals altijd genietend van alle mensen en aandacht. Toen ze de straat in kwamen waar de roofvogeldemonstratie was, stond de hond ineens stokstijf. De vrouw dacht een goede leider te moeten zijn en praatte de hond een stuk verder de straat in tot hij weer stokstijf bleef staan. Toen ze keek, zag ze de oehoe op de grond zitten, starend naar haar hond! Het bleek dat de hond er twee dagen over gedaan heeft voor hij weer rustig reageerde op geluid van vogels en bewegingen van bovenaf. We vroegen ons af wie nou bang voor wie was. Volgens de vrouw van de roofvogels zijn de roofvogels namelijk ook bang. Tijd om terug te gaan naar de oehoe.
‘Honden kunnen grijpen,’ vertelt hij meteen. ‘Ja, maar jij kunt toch wegvliegen?’ vraag ik verbaasd.
‘Wij hebben een deal met de mensen. We blijven bij hen. Wij zijn zo getraind dat we te laat zouden kunnen zijn met wegvliegen. Er zit een vertraging op door de mensen.’ Hij laat duidelijk weten dat de mens niet capabel genoeg is om hen te beschermen.
‘Ik hoor vaker van dieren dat ze mensen niet capabel genoeg vinden om hen te beschermen,’ zeg ik.
‘Ja, mensen hebben te kleine zintuigen. Jullie denken dat je heel wat bent maar het is zo beperkt, zo klein.’
‘Wat is er goed aan mensen?’ vraag ik hem.
‘Een mens kan goed worstelen met zichzelf. Mensen zijn niet vrij, ze moeten dit, ze moeten dat.’
‘Niet zo intelligent dus?’
‘Mensen zetten hun intelligentie in om angsten te bedwingen. Wij krijgen zenders uit angst dat wij weggaan. We zitten vast (in hokken) uit angst dat wij weggaan.’
‘Ja, wij zitten vast in structuren …’ zeg ik bedachtzaam instemmend.
‘Het gaat met jou al beter dan de vorige keer,’ hoor ik hem ineens op mij overgaand, ‘Maar gooi die kop toch es open! Het denken beperkt zo enorm!’
‘Nou,’ protesteer ik een beetje, ‘mensen denken dat het denken ons onderscheidt van dieren, hoor. Dat dat ons hoger plaatst dan jullie.’ Waarom verdedig ik mijn soort tegen beter weten in, schiet het meteen door me heen. ‘Nee, het denken beperkt. Het beperkt het zicht op het geheel. Wees vrij! Vlieg!’
‘Het hondje was bang voor je.’ Ander onderwerp.
‘Ja, natuurlijk heb ik wel mijn energie over hem heen gelegd. Als grote vleugels heb ik hem bedekt. Hij moest wegblijven bij mij. Natuurlijk doe ik die energie-uitstoot naar hem. Dat is mijn zelfbescherming.’
‘Mag ik nog es bij je terugkomen?’ vraag ik hem.
‘Ja, maar je houdt me wel uit mijn slaap.’
‘Is dat erg?’
‘Nee.’ Maar kennelijk moest het toch even opgemerkt worden. Fantastisch dier!

De vrouw van de hond reageert:
Op deze foto staat helemaal Het Moment waarop de Oehoe met mijn hond "bezig" was. Als ik lees dat de hond "afgedekt"moest worden d.m.v. de grote vleugels zie ik zo het beeld weer voor me van een naar voren willen springende hond, wat niet lukte ... De hond deinsde direct weer terug en bleef stokstijf staan. Een fantastische vogel, echt met een boodschap voor ons, zo vaak zichzelf beperkende mensen. Ik "moest" ook van alles op dat moment daar op de Nieuwstad, de weigerende hond bracht mij er toe om gewoon terug te gaan, dat voelde ook een stuk "vrijer" toen ... Ik hoefde niet zo nodig nog...
Wat heeft deze vogel veel te vertellen ...Bedankt !!!!

De kerkuil in de paardenstal

Op de pensionstal waar onze pony staat, komt de laatste weken op onregelmatige tijden een kerkuil. De mensen van de stal zouden het leuk vinden als de kerkuil daar blijft dus dat vertel ik de uil.
‘Ik weet niet of het te druk is,’ antwoordt de uil. ‘Ik ben gesteld op rust.’
Het klopt inderdaad dat er beweging is rond de plekken waar hij zit want het gaat hier om een actiefstal en de paarden en pony’s zijn dus de hele tijd aan de wandel.
Ik probeer het dier over te halen om te blijven maar vertel erbij dat de mensen hem niet kunnen negeren omdat ze het veel te leuk vinden als hij er is. Ze zullen dus regelmatig naar hem kijken en ja, energetisch voelt dat misschien druk.
‘Is er samenleving mogelijk?’ vraag ik hem. ‘Ze zullen jou niks doen en jij kunt helpen om ze te verlossen van een aantal muizen …’ Paai, paai.
‘Ik wil geen bemoeienis,’ hoor ik.
‘Zou je voor hun plezier daar willen blijven?’
‘Dat weet ik nog niet.’
‘Is het voor een uil mogelijk om grensverleggend bezig te zijn?’ vraag ik geduldig door. ‘Een beetje proberen hoe ver je kunt gaan dat het voor jou nog leuk is?’
‘Weet ik niet. Als het teveel stress en onrust geeft, kom ik niet tot mijn recht.’
‘Ze doen je niks,’ ga ik door.
‘Dat weet ik wel maar het gaat om steeds in beweging zijnde energie. Ik overweeg het.’
Ik geef de uil het beeld door dat paarden en mensen ook gewoon zichzelf moeten kunnen zijn zonder op hun tenen te moeten lopen omdat hij er is. Ben benieuwd waar de uil voor kiest!

zaterdag 1 januari 2011

De duif met een poot en twee vleugels

Vanuit Rome kreeg ik een foto van een duif met één poot opgestuurd. Ik was erg benieuwd hoe deze duif haar handicap ervoer en vroeg haar daarnaar. Het woord handicap resoneerde echter niet bij haar. Dat gebeurt wel vaker bij dieren. Als ze niks met een bepaald woord of begrip hebben, dan zijn ze gewoon stil. ‘Je weet wel,’ zei ik, ‘ … gehandicapt … beperkt …’ ‘O, dat. Dat ben ik niet,’ was haar reactie.
Ik keek nog es duidelijk op de foto en zag toch nergens een verstopte poot. ‘Ik zie toch echt dat je iets mist,’ vertelde ik haar. ‘Ik heb een poot en twee vleugels.’
‘Mag ik es bij je in je lijf komen om te voelen hoe het voelt met één poot?’ vroeg ik haar. Ze schoof wat op en ik mocht plaatsnemen in haar lijf. Meteen voelde ik gecentreerdheid. De ene poot zat als een stabiel iets onder haar. Ik merkte dat het concentratie vergde, dat er geen herstel mogelijk was door een andere poot. Het was echt uiterste concentratie maar het ging heel goed. De kracht zat duidelijk in één poot en ik merkte dat twee poten een makkie zou zijn. En dat terwijl ik me wel eens verbaasd heb over hoe vogels altijd evenwicht vinden op die dunne pootjes met zo weinig draagvlak in de tenen. Het was me wel duidelijk dat deze duif zich geen slordigheden kon permitteren in de zin van een ondoordachte landing.
‘Wat zeur je toch?’ kreeg ik van de duif door, ‘Dit gaat toch?’ Ik had kennelijk naar de beperkingen van het hebben van één poot gezocht en zei de duif dat wij als mensen graag kijken naar wat we missen.
‘Dat is een zienswijze maar dan trek je een spoor van ballast achter je aan.’
‘Het is nog sterker,’ voedde ik de zaak, ‘Wij kunnen ons zelfs van te voren zorgen maken dat we iets niet zouden kunnen.’
‘Ongelooflijk! Je laat je dus van tevoren tegenhouden omdat je denkt dat iets niet kan?!’ Toen ik dat beaamde leek de duif bij wijze van spreken te schuddebuiken van het lachen om zoiets ondenkbaars. En gek genoeg leek ik een beetje trots dat wij als mensen verder kunnen kijken dan het hier en nu en ons die zorgen dus kunnen inbeelden.
‘Heeft het voordelen om één poot te hebben?’ ‘Ja hoor, ik krijg extra eten van mensen. Ik ben bijzonder. Mensen herkennen mij tussen andere duiven.’ ‘Denk je dat je korter leeft omdat je meer inspanning moet leveren?’ Er kwam een enorme moeheid over de duif. ‘Wat vraag jij toch gekke dingen! Ga eens wat luchtiger doen jij, zeg!’
Ik begon mezelf te verdedigen door te zeggen dat dit verhaal in mijn boek komt bij het onderwerp handicaps. ‘Nou zeg je het weer! Iets is een handicap als je iets mist. Ik mis niks.’
‘Je bent een topduif!’ zei ik haar.
Deze duif had het inmiddels helemaal gehad met mij en terwijl ze het gesprek eindigde door uit mijn beeld weg te lopen, mompelde ze: ‘En jij bent een probleemzoeker!’

Degene die de foto stuurde mailt vanuit Rome: "Hij leek inderdaad extra aandacht te krijgen door zijn pootjesgemis. Verder wassie een stuk brutaler en zeker levensluchtig. Dus dat klopt wel."