dinsdag 14 december 2010

De oehoe

Deze oehoe is geen vrij dier en hoort dus eigenlijk niet op deze blog. Maar zijn innerlijke vrijheid maakt dat hij er weer wel past.
Ik trof hem op straat, bij een roofvogeldemonstratie. Het kunstje was van hand naar hand vliegen en elke keer als hij op de hand landde, kreeg hij een stukje vlees.
Pas twee dagen nadat ik hem gezien heb, heb ik tijd om contact te maken. Het dier laat meteen een rusteloosheid zien. ‘Ik kan veel meer dan dat ik nu doe,’ zegt hij. Het is duidelijk dat ook hij zijn capaciteiten niet ten volle kan benutten. Het stilzitten is geen probleem, laat hij weten, maar zijn zintuigen stuiten op muren. Ik vermoed dat hij ergens binnen zit, in een kooi ofzo en dat zijn zicht en gehoor letterlijk op muren stuiten. Dat geeft wat innerlijke onrust. Hij laat zien dat een uil die buiten in vrijheid leeft, al zijn energie in vrijheid kan laten gaan. Gevangen dieren stuiten dus op grenzen. Iets dat ik bij de dierentuindieren ook merkte.
Ik vraag hem hoe hij het contact met de mensen vindt. ‘Ze vinden zichzelf heel wat. Maar het is niet hun verdienste wat ze met ons bereiken. Ik ben af en toe dwars. Dan doe ik mijn eigen zin.’ Dat laatste had ik al min of meer begrepen tijdens de show. Het dier had die week een invaller gepikt en tijdens de show ging hij een keer uitgebreid in het midden op straat zitten om es rond te kijken.
Ik geef hem het beeld van het pikken naar iemand en hoor terug: ‘Ze weten dat ze rustig moeten blijven. Als ze boos of ongeduldig doen, dan krijgen ze een haal.’ Daarbij krijg ik het idee dat het ongeduld al opgemerkt wordt door de vogel voor het bij de mens naar buiten komt. Het bezorgt mij weer lachkriebels want ik zie het al helemaal voor me. Onze ara heeft ook al veel eerder door dan wij wanneer iemand knorrig of ongeduldig is. Hij zal zich dan ook niet laten aanhalen door iemand die niet 100% rustig is. Zeer zuivere antennes dus, die vogels!
‘Ik ben geen slaaf,’ vervolgt de oehoe. ‘Ik wil mensen best de eer geven maar de keus om het te doen ligt bij mij.’
Ik zend hem het beeld dat hij tijdens de show eten kreeg en hoor: ‘Het eten krijgen is een afspraak tussen elkaar.’ ‘En als je het niet krijgt?’ ‘Dat is schending van het woord.’ Ik weet van de vrouw dat ze vogels altijd voer geven als ze op de hand landen en ik hoor nu dus van de oehoe dat hij daar ook vanuit gaat. Het is onderdeel van de afspraak.
‘Klopt het dat een dier altijd zelf zijn plaats kiest?’ vraag ik hem. ‘Ja, maar ik hou wel wat eigen streken.’ Ik grinnik inwendig. Dat lijkt me een mooie eigenschap van deze oehoe die hij lekker voor zichzelf houdt. ‘Moet jij ook es doen,’ hoor ik, ‘Vlieg ook es uit! Gooi es wat belastende dingen weg! Of heb jij ook gekozen voor gevangenschap, zoals ik?’ Nou zeg, wat een confrontatie ineens! Het ging toch over de oehoe? Ik herstel mezelf en beloof de oehoe later over zijn opmerking door te denken.
‘De lol is dat de mensen denken dat ze ons hebben,’ laat de oehoe weten, ‘Maar wij bepalen zelf. Als ik niet meer wil, eet ik niet meer.’ Wegvliegen kan ook maar vaak hebben de vogels zenders en worden ze wel weer opgespoord. Als een vogel, ondanks zijn keus om in een valkerij terecht te komen, toch niet meer wil dan is voedselweigering een krachtig middel om niet meer mee te doen. Het weer wel gaan eten overigens ook, vult de oehoe aan.
Ik vertel de oehoe dat ik bezig ben een boek te schrijven en ik vermoed dat hij er ook wel een plaatsje in krijgt. ‘Ik wil wel in het boek,’ hoor ik.

Het eerdere gesprek met een andere uil sluit mooi aan.