zondag 6 september 2009

De huismuis

Vriendin Petra kwam na vier weken Ardennen thuis en trof een levendige muizenboel. Een paar dagen liep ze rond met een fototoestel tot ze een schimp van een muis kon vastleggen. Ze vroeg mij het gesprek aan te gaan met deze muis.
Ik leg de muis, net als elk dier, uit dat ik graag praat met dieren die niet aan mensen gebonden zijn.
Meteen word ik in de rede gevallen.
‘Ik ben afhankelijk van wat mensen in hun huis hebben.’
Ik vraag de muis hoe zijn leven is.
Hij laat me allemaal sluip-door-kruip-door ruimtes zien. Gangetjes en paadjes.
‘Het leven is heel boeiend. Het is een groot leefterrein. Het is een spel voor mij.’
Ik leg uit dat Petra het niet zo’n leuk spel vindt.
‘Wat niet?’ reageert hij verbaasd.
Voorzichtig leg ik uit dat er mensen zijn die niet gediend zijn van muizen in hun huis en soms zelfs bang zijn voor muizen.
‘Bang?? We kunnen toch heel goed samen leven? Er is toch ruimte genoeg?’
Ik stel het iets scherper en zeg dat mensen, ook dit mens, geen muizen in huis willen.
Er valt een stilte.
‘Dus ik ben niet welkom?’
‘Nee, eigenlijk niet. Maar jullie kunnen naar de buren …’
‘Maar dit is ons huis!’
Ik vertel dat ze in de vakantie de boel aardig overgenomen hebben.
‘Ja, het was erg rustig.’
Het is weer even stil.
‘En als we ons nou niet meer laten zien?’ oppert hij.
‘En stil zijn,’ voeg ik toe.
‘Doen of ik er niet ben in mijn eigen huis? Dat is een beetje raar,’ vindt hij.
Ik zeg de muis dat ik zal overleggen met Petra en vraag de muis te overleggen met de andere muizen. Ik leg hem uit dat het huis van de buren leeg staat en dat ze daar zo heen zouden kunnen gaan.
‘In een leegstaand huis is geen eten, hè?’ merkt hij op.
‘En kijk es of jullie je aantal kunnen beperken,’ roep ik hem nog toe.
‘Wat een zeurkonijnen!’ bromt hij terug.
(wordt vervolgd)

1 opmerking: